Het bepalen van de brilsterkte (oogmeting)
Stap 1: De voorbereidende meting (objectieve refractieprocedure)
De eerste stap als u een bril gaat aanschaffen brengt u bij Fielmann bij de autorefractor. Als u in het apparaat kijkt, eerst met het ene en dan met het andere oog, ziet u een afbeelding van bijvoorbeeld een heteluchtballon aan het einde van een weg.
Eerst is het beeld wat vaag, daarna wordt het al scherp. De kin ligt op een steun, het voorhoofd leunt tegen een houder. U hoeft niets te zeggen, u hoeft niets te doen: de breekwaarde van uw ogen wordt automatisch met infraroodstralen gemeten. Het resultaat geeft de opticien bij Fielmann een eerste inzicht in het gezichtsvermogen van uw ogen.
Bij bijziendheid ligt het brandpunt voor het netvlies, bij verziendheid achter het netvlies. Als het brandpunt precies op het netvlies ligt, ziet men scherp. De sterkte-meting met de autorefractor duurt slechts enkele seconden Als u al een bril hebt, zal de opticien ook die meten met de lensmeter. Met de waarden uit de meting met de autorefractor en de waarden van uw huidige bril is de basis gelegd voor de eigenlijke oogmeting.
Enkel een voorbereidende meting is niet voldoende!
Hou er rekening mee dat een meting die uitsluitend op de waarden van de autorefractor berust geen correcte sterktebepaling is! Die meting moet immers altijd gevolgd worden door de zogenaamde "subjectieve refractieprocedure". Let hierop en sta erop dat uw opticien de tweede meting uitvoert.
Stap 2: De brilsterkte bepalen (subjectieve refractieprocedure)
De tweede stap bij de aanschaf van een bril brengt u in een aparte ruimte met de foropter. Eerst stelt de opticien nog enkele vragen:
"Was u onlangs bij een optometrist of oogarts?" Deze richtlijn staat bij Fielmann in hoofdletters geschreven. "Wij adviseren u een optometrist of oogarts te bezoeken indien de meting daar aanleiding toe geeft", benadrukt Frank Schmiedecke. Kinderen en jongeren moeten de oogmeting altijd door de optometrist laten uitvoeren. De optometrist bepaalt niet enkel de brilsterkte, maar herkent vooral vroegtijdige oogziektes en kan u daarvoor doorverwijzen.
"Neemt u geneesmiddelen?" Problemen met de schildklier, diabetes of geneesmiddelen, bijvoorbeeld tegen te hoge bloeddruk kunnen leiden tot schommelingen in de sterkte, die op hun beurt het resultaat van de oogmeting beïnvloeden. Daarnaast zijn er nog andere ziekten die het zicht beïnvloeden. Die informatie is belangrijk voor de opticiens om de brilsterkte op een correcte manier te kunnen bepalen. Om refractieafwijkingen als bijziendheid (myopie) of verziendheid (hypermetropie) hoeft u zich geen zorgen te maken. Net zoals een kleine of grote neus zijn ze optische verschijningsvormen die ontstaan door afwijkingen in de bouw van het oog. Ook de ouderdomsverziendheid (presbyopie) en verkromming van het hoornvlies (astigmatisme) kunnen zonder problemen met een bril worden gecorrigeerd.
Na deze inleidende vragen bepaalt de opticien uw persoonlijke brilsterkte voor de verte. Bij Fielmann heeft hij daarvoor de modernste technologie ter beschikking: de foropter.
Pas dan komen de vragen die de klant verwacht bij wat doorgaans "oogmeting" wordt genoemd: "Wat ziet u? Lees de onderste rij cijfers." De foropter is bij Fielmann het nieuwste technische hulpmiddel. Het verwisselen van de glazen die verschillende brilsterktes hebben, gebeurt razendsnel. De opticien moet niet, zoals bij de klassieke meetbril, de nieuwe glazen van opzij in de bril schuiven.
"Concentreer u nu op de zes rechts aan de buitenkant in de onderste rij. Kunt u dat getal nu beter zien?" Controlevragen na een doordachte checklist sluiten uit dat er bij het vraag-antwoordspel tussen klant en opticien door misverstanden fouten binnensluipen. Het onderzoek met de foropter duurt ongeveer 15 minuten. Dan zijn de gegevens voor het zien in de verte geregistreerd.
Als men ouder is dan 40, hoort bij een volledige oogmeting niet enkel het bepalen van de waarden veraf, maar uiteraard ook die voor dichtbij. Daarvoor moet de klant een meetbril opzetten. Ik krijg een stuk tekst in de hand en moet dat voorlezen. De opticien raadt me aan om daarbij mijn gewone leespositie in te nemen. Zo zoeken we samen uit welke waarden dichtbij voor mij ideaal zijn bij het lezen.
Daarna wordt het juiste glas gekozen. Als alle gegevens bekend zijn, bespreekt de opticien de refractiewaarden met mij. Hij legt mij uit wat mijn gezichtsscherpte (visus) en sterkten (in dioptrie) zijn, noteert alles in een refractieprotocol en raadt mij een multifocale bril aan.
Refractieafwijkingen
Het begrip refractieafwijking (ametropie) is "opticien-Nederlands" en staat tegenover normaalziendheid (emmetropie). Het woord staat dus voor afwijkingen van de fysiologische norm.
Voor kinderbrillen geldt: regelmatige controle!
Aangezien kinderogen groeien en de sterkte verandert, moeten hun ogen een keer per jaar door de opticien of optometrist worden gecontroleerd. De bril moet eveneens regelmatig door een Fielmann-opticien worden gecontroleerd en aangepast opdat het optimale draagcomfort gegarandeerd blijft. Bij ons is deze service uiteraard gratis.